Tags
Vijfenzestig. Zelden heeft een getal zo’n symbolische betekenis gekregen als tijdens de recente discussie rond de AOW. De polder liep er door onder (Jongerius: ’Tuig van de richel’), het gesloten front van de bonden scheurde, en wie ooit socialisme met progressieve politiek vereenzelvigde weet nu beter. ’65 blijft 65’, aldus de SP.
Vijfenzestig – het is een cijfer geworden met een hoog fetisjgehalte. En toch, wat een armoedig getal. Sinds de invoering van de AOW in 1957 staat het voor de leeftijd waarop we met pensioen gaan. En wie met pensioen gaat, is oud. Zo plat en simpel ligt dat. Een modern leven, het is van een treurigstemmende oppervlakkigheid, kent slechts drie fasen. De jeugd die in het teken staat van opvoeding en scholing, de volwassenheid waarin de arbeidscarrière centraal staat, en de ouderdom waarin je, al dan niet voldaan, terugkijkt op je werkzame leven.