Seminar over ouderen, tijdservaring en de zorg. PThU Kampen

Met o.a. Joke J. Hermsen (schrijver en filosoof), Jan Baars (Universiteit voor Humanistiek / Universiteit van Tilburg), Joep Dohmen (Universiteit voor Humanistiek) en Gabriëlle Verbeek(Artemea, Utrecht).

Klik hier voor meer info en aanmelding.

Een verslag van de dag hieronder…..

Ze namen er echt een dag de tijd voor. Zo’n zestig professionals, de meesten direct of indirect werkzaam in de ouderenzorg of het welzijnswerk. Maar hadden ze die wel? Want de klok regeert, en tijd is geld, ook is de zorg. Er staat tien minuten voor het aantrekken van steunkousen, en een praatje met de cliënt zit er dus niet in. De fte’s voor geestelijke verzorging in een instelling zijn minimaal, met als gevolg dat er altijd te weinig tijd is om echt aandacht aan mensen te geven, bij hen werkelijk present te zijn.

Met name ouderen lijden daaronder. Ze hebben een heel andere beleving van tijd, Hun leven wordt minder door het regime van de klok geregeerd. Ze kijken ook graag terug. En dat botst. Zowel werkers in de zorg als zorgafhankelijke ouderen ervaren dat als frustrerend. Hebt u even voor mij? Nou, eigenlijk niet…

Gabriëlle Verbeek promoveerde onlangs op een proefschrift over timing in de zorg. Zij opende de studiedag met een verslag van haar onderzoek. Zij maakte onderscheid tussen de kloktijd (chronos) en de beleefde tijd (kairos) en liet zien hoe cliënten, werkers en instellingen in de zorg met de spanning tussen beide omgaan. Er zijn werkers er die het ‘in de vingers hebben’, ‘aanwezig zijn waar nodig’, maar ook de planners en de renners, gejaagd door de klok. En er zijn cliënten die ‘alle tijd gebruiken’, ‘bij de dag leven’, de klok helemaal hebben losgelaten, ‘de tijd uitzitten’ of in de afronding van hun leven bezig zijn met hun laatste tijd. Heel praktisch liet Verbeek zien hoe het beter kan, hoe er optimaal kan worden ‘afgestemd’.

Meer oog en oor hebben voor de kairos, ze kon het ook roerend eens zijn met Joke Hermsen, gelauwerd schrijfster van o.a. ‘ Stil… de tijd’. Ze droeg geen horloge en nam alle tijd voor haar betoog. En toch schiep ze een weldadige rust met haar pleidooi voor een betere balans tussen de innerlijke tijd, en de soms dictatoriale kloktijd. De innerlijke tijd, dat is de tijd waar iets nieuws gebeurt, waar onze creativiteit zetelt en we raken aan ons diepste zelf.

De klok- en kalendertijd, zo vervolgde Jan Baars, hoogleraar interpretatieve gerontologie aan de UvH, hebben we alleen maar uitgevonden om onderling afspraken te maken. Het is ook een politiek beheersinstrument, dat ons ook bijvoorbeeld wil zeggen wanneer we oud zijn (als we 65 zijn geworden). Hij hield een kritisch pleidooi om ouder worden niet meer in termen van chronologie te zien, maar als de levensfase waarin dat wat wezenlijk is voor heel ons mens zijn (kwetsbaarheid, beperktheid, het aangewezen zijn op anderen) in verhevigde mate wordt ervaren. Ouderdom als ‘vereindiging’.

Denk – en discussiestof te over. Beetje somber, vond Hermsen bijvoorbeeld in de discussie. Is ouderdom dan niet meer de fase van de hoop? ‘We zijn niet geboren om te sterven, maar om iets nieuws te beginnen’, schreef Hannah Arendt ooit. En maakt een gelovig uitzicht op eeuwig leven niet ook dat je als oudere anders naar het einde toeleeft?

In het middaggedeelte werden drie boeiende workshops aangeboden. Thijs Tromp, directeur Relïef, ging dieper in op de sociale klok, die in zorginstellingen als machtsinstrument kan fungeren. Gert Toes, predikant-geestelijk verzorger en docent belevingsgerichte zorg, introduceerde een zorgmodel dat wel weet aan te sluiten bij de tijdsbeleving van bewoners in verpleeg- en verzorgingshuizen. De tijd van de zorginstelling als ‘totale institutie’ kan echt voorbij zijn, als we willen. Bob Verbraeck leidde in in de wondere tijdsbeleving van mensen die lijden aan dementie, een ziekte die heden en verleden in een bizarre en merkwaardige mix doorheen laat lopen. Zij zijn de klok helemaal vergeten, en leven in – wat iemand noemde –een ‘opgerolde tijd’.

De ander tijd geven, present zijn – de woorden kregen op deze studiedag (het derde seminar Existentiële Gerontologie in de reeks) een nieuwe lading. All our intuitions mock/ the formal logic of the clock, dichtte W.H. Auden ooit. Maar de meeste deelnemers vonden het toch fijn dat de NS eindelijk weer eens op tijd reed die middag.