Tags

,

Resonantie bij Hartmut Rosa (Volzin, december / januari 2022)

Je hebt er alles aan gedaan om het kerstdiner tot een succes te maken. De tafel stijlvol gedekt. Een heerlijk menu bedacht, waarvoor je de hele dag in de keuken hebt gestaan. Een goede wijn erbij uitgezocht. Kaarsen aan. En toch, het wil maar niet lukken: het wordt een moeizame avond. 

.Op hét familiefeest van het jaar hing de familie als los zand aan elkaar. Je kunt achteraf niet zeggen waardoor het kwam, maar echt ‘kerst’ wilde het niet worden. Je had iets van gedeeld geluk willen voelen, van dankbaarheid en verbondenheid over en weer. Nu bleef iedereen alleen met zichzelf. 

Chronische beheersingsdrang

Wat gebeurde hier, of liever: wat gebeurde hier níet? Het resoneerde niet, verklaart Hartmut Rosa (1963), de Duitse hoogleraar sociologie in Jena en Erfurt, die zelf dit tafereel ter sprake brengt. Er kwam niets in beweging, er vibreerde niets tussen de tafelgenoten aan de kerstdis. Het is een dagelijkse ervaring, zeker als de verwachtingen hoog gespannen zijn: je denkt alles onder controle te hebben, maar je hebt de uitkomst niet in de hand. 

Foto: Anne Günther/FSU

Een open deur? Voor Hartmut Rosa is het een eyeopener die de ziekte blootlegt waaraan onze cultuur te gronde dreigt te gaan. In 2016 verraste hij met zijn vuistdikke boek ResonanzEine Soziologie der Weltbeziehung. Met een grootse greep levert Rosa tegelijk een kritische maatschappijanalyse én biedt hij een alternatief: een uitzicht op een betere, aantrekkelijker manier van leven, samengevat in dat ene woordje resonantie. Het boek sloeg in, ook buiten Duitsland. Rosa geldt nu internationaal als toonaangevende sociale filosoof, een waardige opvolger van Jürgen Habermas en de Frankfurter Schule, een linkse traditie waarin hij zichzelf bewust plaatst. 

Op de vertaling van zijn magnum opus moeten we nog wachten, maar het net verschenen Onbeschikbaarheid kunnen we beschouwen als de ‘kleine Rosa’, waarin we in kort bestek met zijn werk kennismaken.

We lijden aan chronische beheersingsdrang, is Rosa’s diagnose. We weten dat we de wereld niet kunnen beheersen en het leven niet kunnen plannen. Een kerstdiner kan het bewijzen. Maar we houden vast aan die waan omdat we denken dat ons geluk ermee gemoeid is. We zijn pas gelukkig, menen we, als het leven naar onze wens verloopt. Volgens Rosa is het echter precies het recept voor het tegendeel: we worden juist doodongelukkig van die controlezucht. Er kan dan immers niets verrassends meer gebeuren dat ons overstijgt en boven verwachting vervult.

Meer, groter, hoger, verder, sneller

Het heeft lang geduurd voordat Rosa de vinger kon leggen bij de oorzaak van die moderne drang om alles binnen bereik te hebben en er naar believen over te beschikken. Zelfs het kerstgevoel moet maakbaar zijn. Waarom zijn we niet ontvankelijker voor wat er gebeurt en op ons af komt? In zijn vroege werk analyseert Rosa nauwgezet de gevolgen van die beheersdrift: we willen steeds meer en alles moet altijd groter, hoger, verder, sneller. Om de moderne samenleving in balans te houden moet de economie blijven groeien, de technologie versnellen en de cultuur innoveren. Genoeg is nooit genoeg. Dynamische stabilisering noemt Rosa het mechanisme dat hierachter zit. Het is alsof we in onze cultuur omhooglopen op een roltrap die naar beneden gaat: stilstaan is achteruitgang. 

Drie eeuwen lang floreerde de westerse wereld erbij, weliswaar op kosten van andere culturen en van de planeet. Nu stuiten we op de gekmakende en verwoestende gevolgen van die exponentiële versnelling. We zijn rupsjes-nooit-genoeg geworden. Als inhalige consument, maar ook als nooit tevreden baas en ambitieuze werknemer, die – zoals dat heet – voor zijn passie moet gaan. Ook voor onszelf leggen we de lat telkens weer een stukje hoger.  ‘Altijd bereikbaar en altijd beschikbaar’ kopte een NRC-katern onlangs (28 november 2022). Ik dacht dat ik een recensie van Rosa ging lezen, omdat het precies de twee kernwoorden uit Onbeschikbaarheid zijn. Het stuk bleek over de prestatiecultuur in de media- en cultuurwereld te gaan. ‘Altijd bereikbaar, beschikbaar zijn, echt die extra mile te willen gaan. En dat wordt niet een keer, maar tig keer van je verwacht,’ vertelt een programmamaakster. Fysieke en mentale grenzen worden opgerekt, tot we ons er doodongelukkig bij voelen. Lijkt de hele wereld langzamerhand niet een doorgedraaid DWDD?

Rosa heeft een simpele verklaring voor die versnelling op alle fronten. Hij zegt het in dit boek voor het eerst ronduit: zij wordt ten diepste veroorzaakt door een diepgewortelde agressie tegenover de wereld. We vertrouwen het leven gewoonweg niet en leggen het daarom het zwijgen op. De wederkerige relatie met wat ons omringt hebben we eenzijdig opgezegd, de draad naar de wereld doorgesneden.

Tot onze schade en schande, constateert Rosa. Drie grote crises zijn het gevolg. Allereerst: de natuur hebben we gereduceerd tot instrument en hulpbron van onze behoeften. Een ecologische crisis is het resultaat. Dan: we beschouwen onszelf het liefst als autonoom individu en horen alleen onze eigen stem. We kunnen niet meer luisteren naar anderen en hollen zo de democratie uit. Een politieke crisis ontstaat. En tenslotte: omdat we denken dat we pas een goed leven hebben als we onze targets constant opschroeven, worden we zelfs de agressor van onszelf. We verzanden in depressies of een burn-out. Ook psychologisch is het dus crisis. 

Zo raken we ‘vervreemd’ van wie we zouden kunnen zijn, zegt Rosa met een term die hij graag ontleent aan Karl Marx. Wat kunnen we eraan doen om het tij te keren? 

De snaar met de wereld 

Het duurde even voordat Rosa de sleutel tot een mogelijke uitweg uit de crisis had gevonden. Als we ten onder gaan aan versnelling, moeten we vertragen, zou je denken. Langzamer leven, de tijd nemen voor alles. Neen, zegt Rosa, dat is te simpel gedacht. ‘Als versnelling het probleem is, is resonantie de oplossing’ – dat is de stelling die hij in Resonanz verdedigt. In zijn recente werk is Rosa niet alleen de onheilsprofeet, maar ontpopt hij zich ook als prediker van een hoopvol alternatief. Geluk is als het leven lukt, zegt hij. En ‘menselijk leven lukt alleen daar, waar subjecten resonantie-ervaringen opdoen. Het leven mislukt als sferen van resonantie systematisch verdrongen worden door stomme, dat wil zeggen: puur causale of instrumentele relatiepatronen.’ 

De snaar die ons met de wereld verbindt trilt niet meer. De enige therapie om die weer te laten vibreren is door ons opnieuw te bezinnen op wie we ten diepste zijn als mens. Rosa brengt ons weer te binnen dat we door en door verweven zijn met, en afhankelijk zijn van andere levensvormen. We zijn van kop tot teen op wederkerigheid met wat ons omringt ingesteld. Fysiek, in onze behoeften, maar ook geestelijk in onze verlangens. Het is de essentie van wie wij zijn: we staan in relatie, met anderen, met de natuur, met onszelf. Als het daar golft, dan golft het goed. 

Soms maak je het mee: een live concert van je favoriete band, een adembenemend uitzicht in de bergen, een zonsondergang op het strand, een stijlvolle liturgische viering, een innig moment met je geliefde.  Rosa: ‘Op zulke momenten voel je: hier kan ik helemaal zijn wie ik ben, je voelt je in je innerlijke kern aangesproken. Dan ontstaat er zoiets als verbinding met andere mensen of dingen. (…) het is het toppunt van geluk: hier antwoordt me iets, we trillen als het ware op dezelfde golflengte. Je zo tot de wereld verhouden, dat versta ik onder het begrip resonantie.’ 

Mensen hebben behoefte aan verbinding, relaties, empathie, contact. Dat zijn woorden die we lange tijd alleen in de softe sector hoorden. Rosa maakt ze tot de kern van zijn maatschappijtheorie. We moeten ermee ophouden de wereld om ons heen alleen als hulpbron te zien voor ons eigen geluk, maar ermee in een wederkerige relatie zien te komen. Ook al verliezen we dan de greep, het is de sleutel tot waarachtig geluk. 

Resonantie, zo vat Rosa het dan ergens samen, is ‘een relatie waarin het subject en de wereld antwoordend tegenover elkaar staan. Die komt alleen tot stand als je de wereld geen zin hoeft te geven, maar als je de ervaring opdoet dat de wereld zelf zinvol is. Alleen dan kan de wereld tot je spreken, en iets tot trilling brengenin jou; als we zelf die zin geven, blijft de wereld stom.’

Onbeschikbaar 

Wat gebeurt er precies als ‘het resoneert’? Rosa beschrijft de ervaring als een proces met vier fasen. Resonantie begint met een moment van aanraking. Je voelt je aangesproken door iets of iemand. Dat kan een ander mens zijn, maar ook een landschap of een melodie. We worden letterlijk bewogen en aangeraakt. ‘Dat komt binnen’, zeggen we dan. Vervolgens: we reageren daarop met al onze zintuigen. Met emoties, kippenvel, rillingen over de rug, een versnelde hartslag. We barsten in lachen of huilen uit. Die wisselwerking moeten we zo fysiek mogelijk verstaan. Maar het antwoord op wat ons raakt kan ook heel subtiel zijn. Er wordt een blik van verstandhouding uitgewisseld, we beginnen een gesprek. Maar beslissend is dat hier iets gebeurt, dat ons niet onberoerd laat. In dit proces blijft niets en niemand onveranderd. Dat is het derde moment: transformatie. Ook datgene wat of degene die ons aanspreekt verandert en is niet meer dezelfde als daarvoor. Een omgeving verschiet van kleur, een gezelschap oogt vertrouwelijker, een relatie verdiept zich. Dat hoeft niet altijd spectaculair. Maar wederzijdse beïnvloeding en ontwikkeling hoort bij vitaal leven. 

Dan tenslotte, is er het vierde moment, de ervaring van resonantie zelf. We voelen even dat het leven lukt. Deafstemming met wat ons omringt is geslaagd.  Essentieel daarbij is dat die ervaring zich principieel aan onze greep onttrekt. We kunnen nog zo ons best ervoor doen – denk aan dat kerstdiner – maar we hebben dat moment niet in de hand. We weten het, maar Rosa heeft er een heel boek voor nodig om ons dat besef weer te binnen te brengen. ‘Of het komt tot resonantie, en zo ja, hoelang zij duurt, laat zich nooit van tevoren voorspellen. Resonantie is constitutief onbeschikbaar (unverfügbar).’ Het wonderlijke is dat je zo’n ervaring ook kunt meemaken op plekken en momenten dat je het helemaal niet verwacht. Ik kan mij zelf ziekenbezoeken en begrafenissen herinneren waar ik vreselijk tegen opzag, maar boven mezelf uitgetild werd. ‘Resonantie laat zich niet met zekerheid afdwingen, maar ook niet gegarandeerd verhinderen.’ Het is een cadeautje! Of, om het religieus te zeggen: het genade, een godsgeschenk. Van kerkganger Hartmut Rosa, die regelmatig het orgel bespeelt in de evangelische kerk in zijn dorp, mag je het ook zo verwoorden.

In de marge

We bloeien op als mens als we ons zomaar aangesproken weten. We verpieteren als we worden doodgezwegen of het gevoel hebben door niemand te worden begrepen omdat we ‘op een andere golflengte zitten’. We weten het dondersgoed allemaal, maar we leven er niet naar, omdat we greep willen houden op het leven. Dat verklaart volgens Rosa waarom we resonantie-ervaringen vaak alleen opdoen in de private levenssfeer. In de liefde, de kunst, de muziek, de religie of de natuur. Hoe kunnen we nu, vraagt hij zich af, ook het kantoor en de fabriek, het klaslokaal, de huiskamer en het parlement weer tot resonantieruimtes maken, waarin het gonst van stem en tegenstem? 

Rosa zoekt naar een manier om onze instituties weer een duurzame bedding van resonantie-ervaringen te laten worden. Is de leerling in de klas zelf ‘de eigenaar van zijn eigen leerproces’, of is de relatie met de leraar en de klas ook essentieel? En is het parlement alleen een podium voor je eigen achterban of een plek waar je onderling tot afstemming komt? Is zorg een product waar de patiënt recht op heeft omdat hij ervoor betaalt, of is het een therapeutische relatie? Is een economisch contract alleen een deal, of ook een uitdrukking van wederzijds vertrouwen? Veel aspecten van Rosa’s centrale intuïtie verdienen nog uitwerking. In de wereld van het onderwijs en de zorg wordt Rosa’s werk al goed gelezen, omdat het helpt om te ontsnappen aan de heersende dictatuur van meetbare scores en marktwerking. 

Rosa is een scherpzinnige maatschappijcriticus die tegelijk hoop wil bieden. We moeten dan wel weer gevoelig worden voor de vibraties van en in de wereld om ons heen, en ons opnieuw op haar dynamiek leren afstemmen. De socioloog uit Jena heeft daarbij goed geluisterd naar de dichters en denkers die in zijn eigen stad rond 1800 een culturele revolutie ontketenden, die we nog steeds niet hebben verwerkt. De romantische beweging die zich toen vormde rondom figuren als Goethe en Schiller zocht naar een nieuwe verbinding met de natuur, zonder daarbij de moderne ontdekking van het ik op te willen geven. Met poëtische verbeelding gaven deze romantici aan de niet-menselijke wereld die ons omringt weer een eigen stem. Rosa doet eigenlijk hetzelfde met de metafoor van de resonantie. Ik hoop dat hij aan het begin mag staan van net zo’n omwenteling.

Frits de Lange

N.a.v. Hartmut Rosa, Onbeschikbaarheid. Boom: Amsterdam 2022.