Tags

, , , ,

Als ouderen de openbare ruimte mijden, hebben jongeren meer ruimte om hun leven te leiden en de economie op gang te houden tijdens de pandemie. Goed idee? Discriminatie, vindt ethicus Frits de Lange. Medisch ethica Heleen Dupuis vindt dat overtrokken. ‘Ouderen moeten gewoon een stapje terugdoen.’

Een dubbelinterview op afstand Marc van Dijk, Trouw (Katern Tijdgeest), 17 oktober 2020.

Er is in het nationale ­debat over de corona-pandemie van meet af aan een oneigenlijk element geslopen, vindt ethicus Frits de Lange: ouderen worden weggezet als problematisch. Dat begon volgens hem met de uitspraken van Marianne Zwagerman en Jort Kelder in het voorjaar. Telegraaf-­columnist Zwagerman schreef: “Het dorre hout wordt gekapt, misschien een paar maanden eerder dan zonder virus. Moet iedereen die nog in de bloei van zijn leven zit daar alles voor opofferen?” Jort Kelder zei: “We zijn 80-plussers die te dik zijn en gerookt hebben nu aan het redden. Hoeveel economische schade is het redden van mensen die anders twee jaar daarna doodgaan waard?”

Presentator Sander Schimmelpenninck verzuchtte onlangs dat hij in talkshow ‘Op1’ geen aandacht kreeg voor zijn vraag “waarom we de ouderen niet beschermen, zodat de rest van Nederland min of meer kan ­doorleven – ook om te voorkomen dat we economisch volop geraakt worden”. Niemand kon hem uitleggen “waarom jonge mensen moesten opdraaien voor een ­virus dat hoofdzakelijk voor ouderen een bedreiging is”.

“Velen hebben zich tegen dit soort uitspraken verzet”, zegt Frits de Lange (65) hoogleraar ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen. “Maar toch is het een repeterende breuk geweest. Ouderen worden weggezet als aparte groep die je moet iso­leren van de samenleving. Je vindt deze denkwijze overal terug, al is het maar in de utilistische argumentatie dat ouderen ontzettend duur zijn, omdat ze zoveel zorg ­nodig hebben en ic-bedden bezet houden. Dit soort uitspraken wordt steevast met mildheid omlijst: ouderen zijn een ‘kwetsbare groep’ en moeten beschermd worden. Ik vind dit een dubieuze manier van praten. Wanneer hoor je bij die groep? Vanaf je zestigste, of pas vanaf je tachtigste? Niet alle ouderen zijn zwak of broos en ­onder jongeren vallen ook slachtoffers. Covid-19 is geen ouderdomsziekte, het virus bedreigt ons allemaal. Op deze manier worden generaties tegen elkaar opgezet.”

Ouderen zijn volgens De Lange een makkelijk doelwit. “Seksisme en racisme, daar zijn we allemaal tegen. Maar ageism of agisme, discriminatie en het wegzetten van mensen met stereotypen en vooroordelen alleen op basis van hun leeftijd, is een sluimerend gif dat makkelijk zijn weg vindt in deze pandemische tijden. Het was voor mij al vroeg reden om me voor ouderen in de ethiek te interesseren. Met vooroordelen als ze zijn niet meer productief en dragen niets meer bij of ze zijn duur en ­lastig, zetten we ouderen weg als een apart soort mensen. Dat doen we wel zoetgevooisd: er moet goed voor hen ‘gezorgd’ worden. Het deugt niet, ik kom daar moreel ­tegen in opstand.”

Heleen Dupuis (Beeld Jörgen Caris)

Onderscheid maken op de juiste gronden

Heleen Dupuis (75), emeritus hoogleraar medische ethiek en oud-senator voor de VVD, vindt juist het ­gebruik van dit soort morele termen schokkend. “Ik begrijp werkelijk niet waarom je op dit moment over leeftijdsdiscriminatie zou beginnen”, zegt ze tijdens dit dubbelinterview op afstand. “Discriminatie betekent: het maken van onderscheid. Dat kan je doen op legitieme en op verwerpelijke gronden. Iedereen discrimineert de ­hele dag door, de vraag is alleen: doe je dit op de juiste gronden? Als er in het coronadebat over ouderen wordt gepraat als een kwetsbare groep die een aparte behandeling verdient, dan is dat helemaal niet ongegrond. Het is een medisch gegeven dat het voor ouderen zwaarder en riskanter is om met dit virus besmet te raken. Uiteraard zijn er uitzonderingen en is het voor jonge mensen ook niet per definitie ongevaarlijk. Maar er is geen twijfel over het feit dat ouderen kwetsbaarder zijn voor dit ­virus en dat ze bij besmetting grotere risico’s lopen op ernstige complicaties, moeizaam herstel of overlijden. Ouderen apart zetten in het debat over corona is dus helemaal niet verkeerd, maar juist wenselijk.”

In zekere zin hebben we tijdens deze pandemie zelfs een plicht tot leeftijdsdiscriminatie, stelt Dupuis. “Stel je voor dat we ouderen in deze crisis níet als een aparte groep met een hoger risico zouden behandelen. Dát zou pas kwalijk zijn. De overheid moet burgers anders behandelen op grond van de fysieke gesteldheid die hun leeftijd met zich meebrengt. En dat doet ze ook keurig, net als bij de laatste influenzagolf, twee jaar geleden. In de geneeskunde is dit doodgewone praktijk. Dat je ouderen liever niet naar de ic stuurt, is geen coronabuitensporigheid, maar een gangbare afweging. Als het toch gebeurt, dan liefst zo kort mogelijk, bijvoorbeeld na een riskante operatie die niet vermeden kon worden. Beenmergtransplantaties doe je niet bij ouderen, omdat het oudere lichaam minder kan hebben. Rekening ­houden met de beperkingen die ouderdom met zich meebrengt, getuigt van een positieve houding tegenover ­ouderen.”

Heleen Dupuis trok samen op met haar man Solko Schalm, emeritus hoogleraar leverziekten aan het Erasmus Medisch Centrum, toen hij tijdens de ‘intelligente lockdown’ een voorstel deed voor een ‘intelligente open-up’. Het idee was simpel: laat ouderen die de meeste kans hebben ernstig ziek te worden, zelf de verantwoordelijkheid nemen zoveel mogelijk het publieke domein te mijden, zodat jongeren de ruimte hebben. 

Dupuis: “We hebben wat rondgestuurd en er een keer op tv over gesproken. Ik had nooit verwacht dat we zoveel reacties zouden krijgen, zowel negatief als positief – inclusief ­allerlei onzin-interpretaties die mensen eraan gaven met woorden als ‘ophokplicht voor ouderen’. Ons voorstel was en is heel eenvoudig: laten wij, ouderen, zoveel ­mogelijk het publieke domein mijden en inventief zijn in veilige sociale contacten, uit eigen beweging. Voor ons is dat eenvoudig. Jonge mensen moeten hun levens nog vormgeven, de economie en andere maatschappelijke processen op gang houden. Ook voor onze eigen bescherming is het beter als wij tijdelijk zo min mogelijk in de openbare ruimte komen.” 

Frits de Lange (Beeld Jörgen Caris)

Natuurlijk moet je rekening ­houden met je leeftijd

Frits de Lange: “Het lastige van dit soort uitspraken is dat je niet precies weet wie er bedoeld worden, terwijl de kloof tussen jongeren en ouderen wel weer wordt benadrukt en vergroot. Natuurlijk moet je rekening ­houden met je leeftijd. Ik loop als 65-jarige inderdaad een groter risico dan een dertiger en mijd daarom als het even kan de massa. Dat is een eigen keuze en het is duidelijk merkbaar dat de meeste ouderen net zo verstandig zijn. Maar de openbaarheid mijden en zoveel mogelijk thuisblijven? Sterker nog: dat als een dringend advies of zelfs verplichting opleggen? Er staan veel vijftigers en zestigers voor de klas, zeventigers doen vrijwilligerswerk. Het is niet zo dat enkel ‘jonge mensen’ de samenleving draaiende houden. Verschillende generaties doen dat met elkaar. En voor het eerst in de geschiedenis vormen de 65-plussers nu bijna een kwart van de bevolking. Als we die niet inschakelen in het draaiende houden van de maatschappij, schrijven we mensen af voor een derde van hun levensloop. We groeien toe naar een grijze samenleving. Dat moet geen samenleving worden die een hekel heeft aan zichzelf.”

Dupuis: “Hoe kom je daarbij, waarom zou dat zo zijn? Ik merk dat in elk geval niet aan het beleid in deze crisis. En dat is wel wat je suggereert als je spreekt van ‘ouderendiscriminatie’. Ik merk het ook niet aan de ­wijze waarop ouderen zich gedragen en hoe goed er voor hen gezorgd wordt. Natuurlijk zijn er mensen die domme, botte of ongenuanceerde dingen roepen – ook over ouderen – maar die zijn er altijd. Daar moet je niet te veel aandacht aan besteden. En je moet zelf geen verkeerde conclusies trekken. Dat ouderen anders aan­gesproken worden, is geen teken van ageism, maar van gezond verstand. Het oudere lichaam heeft een zwakker afweersysteem, met alle vervelende dingen van dien. Dat betekent dat wij ouderen in deze tijd een stapje terug moeten doen. Dat is niet leuk, maar het is domweg onze plicht.”

De Lange: “Zelf ervoor kiezen om thuis te blijven kan soms heel verstandig zijn, daar ben ik het roerend mee eens. Maar ouderen er als groep – en opnieuw: over wie hebben we het precies? – moreel toe verplichten is een ramp. Ouderen raken sneller in een sociaal isolement als we van hen verwachten dat ze zich aan deze oproep houden. Ook jongeren lijden onder de anderhalvemetersamenleving en zijn soms eenzaam. Maar voor hen komen er hopelijk wel weer andere tijden, zij ­hebben een toekomst voor zich. Alleenstaande ouderen ervaren een gedwongen isolement daarentegen al als een beetje doodgaan, ze sterven een sociale dood.”

Geen nieuwe generatiekloof

De Lange: “Het fundamentele probleem is dat denken in termen van oud tegenover jong niet constructief is. Wij behoren beiden zo ongeveer tot dezelfde babyboomgeneratie, die zich tegen de generatie van haar ouders keerde. We hebben niets te winnen bij een nieuwe ­generatiekloof. Deze pandemie verleidt ons er wel toe. Ik denk dat er in onze biologische evolutie een darwinistisch sentiment is ingebakken, dat maakt dat een jongere makkelijk zegt: ‘Kunnen jullie eens opkrassen en ruimte maken voor een nieuwe generatie?’ En dat een oudere dan geïntimideerd antwoordt: ‘Je hebt gelijk, ik ga wel aan de kant’. Dit soort sentimenten moeten we onderkennen en proberen te bestrijden. De samenleving bestaat uit een vlechtwerk van generaties. Je kunt alleen een coherente samenleving hebben als er geen generatieconflict wordt aangejaagd, of doelbewust een kloof tussen oud en jong wordt gecreëerd. En al helemaal niet met de toegenomen levensverwachting van nu, die maakt dat er gelijktijdig wel vier generaties samenleven. Ik zie dat corona op het respecteren van dit vlechtwerk helaas geen gunstige invloed heeft. In Barcelona hadden ze tijdens de lockdown aparte timeslots, waarin ouderen en jongeren naar buiten mochten. Dat is mijn ultieme schrikbeeld. Dat je een bekeuring krijgt omdat je met een verkeerde leeftijd op straat loopt.”

Dupuis: “Ik herken het dreigende beeld dat je schetst helemaal niet. Oud en jong trekken samen op om de coronacrisis beheersbaar te houden. En ik heb nooit gepleit voor zwaardere verplichtingen voor ouderen – ik hoop dat iedereen zijn eigen gezond verstand blijft gebruiken. Voorzichtig zijn betekent voor mijn man en mij niet dat we niemand meer zien, maar alleen minder mensen tegelijkertijd. Je kunt nog heel veel leuks van het leven maken als je niet met grote groepen optrekt. We eten nog steeds bij vrienden, maar dan hoogstens met z’n vieren en we houden afstand. Ook de horeca hebben we niet gemeden, maar dat komt ­doordat we tot nu toe veel op terrassen konden zitten. We moeten kijken hoe dat verder gaat nu het koud wordt. Ons favoriete restaurant heeft gelukkig al sinds de aanvang van de pandemie een thuisservice. Wij maken daar gebruik van, omdat ondernemers onze steun verdienen. Dat kan dus ook met behoud van de ­extra voorzichtigheid die ouderen nu past.”