(In: Volzin, #5 2025)
De historicus Timothy Snyder (1969) is expert in de geschiedenis van de holocaust en van Oost-Europa en vaak in Kyiv te vinden. Tegelijk is hij een scherpe criticus van de regering van Donald Trump. In het publieke debat is hij aanwezig met scherpe opiniestukken, columns en video’s waarin hij puntsgewijs het waanzinnige beleid van de huidige machthebbers in het Witte Huis fileert. Nadat Donald Trump in 2016 voor het eerst de verkiezingen won, schreef hij een vlammend pamflet Over tirannie, waarin hij zijn landgenoten twintig lessen uit de geschiedenis meegaf, te beginnen met: ‘geef je zelf niet bij voorbaat over’, ‘verdedig de instituties’, ‘kijk uit voor de éénpartij staat’. Voor hem is Trump het knechtje van Poetin.
Timothy Snyder houdt het nu voor gezien. Als een van de beste wetenschappers die de VS kent, hoogleraar aan de prestigieuze Yale universiteit, verlaat hij zijn land. Hij wijkt uit naar Canada en begint na de zomer als professor in Toronto. Hij nam de beslissing samen met zijn vrouw Marci Shore, ook historicus aan Yale, na de herverkiezing van Donald Trump afgelopen november. Formeel ‘vanwege moeilijke familieomstandigheden’, maar in haar eigen universiteitskrant noemt Shore het Amerikaanse politieke klimaat, dat regelrecht ‘afglijdt naar fascisme’ ook een reden voor hun vertrek.
Kenner van het fascisme
Donald Trump is een fascist. Vladimir Poetin is een fascist. Voor Timothy Snyder zijn die kwalificaties geen goedkope retoriek waarmee hij gemakkelijk wil scoren. Als kenner van de geschiedenis van het Europese nazisme, communisme en de Holocaust gebruikt hij ze bewust.
Jarenlang deed hij onderzoek in Centraal-Europa, maakte er veel vrienden (waaronder Volodymyr Zelensky) waarmee hij vloeiend Pools. Russisch of Oekraïens spreekt. Hij vestigde zijn naam met Blood Lands, het boek over de politieke massamoord van Stalin en Hitler op 14 miljoen mensen tussen 1933 en 1945 in Midden- en Oost-Europa. Zijn stelling is dat die geschiedenis na de oorlog te veel door de ogen van de westerse overwinnaars is beschreven. Daarom begrijpen we niet dat Hitler en Stalin in feite door gelijke motieven werden gedreven. Ze wilden als laatkomers en verliezers in het koloniale tijdperk Centraal-Europa aan zich onderwerpen. Uitbuiten als ‘bloedlanden’, een term uit een gedicht van Anna Akhmatova, koloniën dicht bij huis. Polen, de Baltische staten, Belarus, maar vooral het vruchtbare Oekraïne werden doelwit. Stalin maakte het in de jaren dertig tot zijn wingewest, en maakte er vier miljoen hongerslachtoffers. Maar Hitler eiste het op voor Duitsland, als land waar ‘Oekraïners net zo zouden worden behandeld als afrikanen en indianen in de VS’.
Zo komt Snyder tot zijn opmerkelijke stelling dat ‘tussen 1941 en 1945 nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie een koloniale oorlog uitvochten om Oekraïne, die wij ons herinneren als de Tweede Wereldoorlog.’ De twee Europese machten vochten om een Oost-Europees grensland omdat er elders in de wereld geen territorium meer beschikbaar was. Oekraïne werd nu de focus van het wereldwijde kolonialisme.’
Duitsland verloor, de Sovjetunie herstelde vervolgens zijn hegemonie over Oekraïne, tot 1991. Wat we vandaag zien is een herhaling van zetten, even bloedig en wreed als een eeuw geleden: Poetin wil opnieuw Oekraïne voor Rusland annexeren en offert er honderdduizenden levens voor op. Terwijl rivaal Trump jaloers toekijkt en een gretige blik werpt op ’s lands rijke bodemschatten. Volkssoevereiniteit, democratie, landsgrenzen – ze bestaan niet, voor geen van beiden, toen niet en nu niet. Het enige dat voor rivaliserende grootmachten telt zijn invloedsferen en grondstoffen (in de bodem, of als menselijk ‘materiaal’).
Op een keerpunt
Timothy Snyder ziet de geschiedenis zich herhalen. De kwade geesten uit het verleden dat hij zo goed kent, spoken weer rond. En nu ontaardt nota bene ook zijn eigen VS in een totalitaire dictatuur. Kan het nog anders? Snyder gelooft het en komt daarom na zijn Over tirannie, nu met Over vrijheid. We staan op een keerpunt, zegt hij in zijn inleiding. ‘Of we in vrijheid zullen leven hangt van onszelf af – niet alleen van ons handelen, maar ook van het waarom van ons handelen: onze idealen. Zonder idealen kun je geen realist zijn’.
Realisten vinden idealen doorgaans iets voor dromers, een hinderlijke sta in de weg bij onze omgang met harde feiten. Snyder zingt daarentegen uit naam van de feiten de lof op het grootste ideaal dat er volgens hem is: vrijheid. Amerikaanser kan het niet, denk je eerst als lezer, een preek voor eigen parochie uit het land van de onbegrensde mogelijkheden. Maar als je het uit hebt wil je graag dat het wereldwijd gelezen wordt. Het vertelt het verbindend verhaal dat we zo nodig hebben nu wereldbeelden en mensvisies overal versplinteren. Het is de intellectuele autobiografie van de kleine Timothy dat in 1976 op de boerderij van zijn oma in Ohio de tweehonderdste verjaardag van de Amerikaanse Onafhankelijkheid viert. Maar dat jongetje schrijft nu wel een politieke filosofie van wereldklasse, die je kan helpen om weer in de toekomst te geloven. Hij helpt je als burger in het herijken van de waarden die richting geven aan je handelen.
Onder de brug slapen
Snyder is niet alleen een scherpe analyticus, maar ook sterk in het smeden van concepten. Zijn verhaal is opgebouwd aan de hand van een simpel onderscheid. Er zijn twee soorten vrijheid zegt hij, vrijheid van en vrijheid om. Zijn leermeester Isaiah Berlin in Oxford waar hij studeerde, sprak van negatieve en positieve vrijheid. Op het oog een schools onderscheid voor filosofische fijnproevers. Je bent vrij van, als je vrij bent van de inmenging van anderen. Dat is negatieve vrijheid, de afwezigheid van hindernissen. Ik schreef het zelf ooit op voor mijn studenten in een ethiekleerboek: ‘negatieve vrijheid ‘correspondeert met de negatieve verplichting van anderen niet te interveniëren in mijn invloedssfeer.’ Je bent vrij als je geen strobreed in de weg wordt gelegd. Het is de vrijheid van de rijke om in een villa te wonen en van de arme om onder de brug te slapen, zei ik toen erbij, met Anatole France.
Timothy Snyder haalt het onderscheid nu uit het leerboek en plaatst het midden in de politieke actualiteit. Hij laat zien hoe dit negatieve idee van vrijheid vandaag domineert, met verwoestende gevolgen. Het is de vrijheid van techmiljardairs en olieoligarchen rond Trump en Poetin om puissant rijk te worden en nooit belasting te hoeven betalen. Het is de vrijheid van de ‘vrije markt’ die van anderen lastpakken of concurrenten maakt en van jezelf een winnaar of verliezer. Maar een markt is nooit vrij, alleen mensen kunnen vrij zijn. Echt vrij ben je pas als je ook de mogelijkheden hebt om te verwerkelijken wat je graag wil.
Hoe wil je leven? Wat zijn de waarden waar jij voor gaat? Positieve vrijheid schept de voorwaarden die nodig zijn om ze te realiseren. Vrijheid is niet de afwezigheid van het kwaad, maar de presentie van het goede. Wil je later beroemd en rijk worden? Of zoek je je levensvervulling liever in de ouderenzorg? Het mag allemaal, je bent vrij om te kiezen. Die vrijheid gaat vooraf aan de keuze voor welke andere waarden ook voor je gelden. Daarom is vrijheid de meest fundamentele waarde die er is, zegt Snyder. Dat geldt voor de liberaal en de conservatief, de democraat en de republikein.
Macho’s
Timothy Snyder schrijft het voorwoord van Over vrijheid in september 2023 in het huis van Mariia, een Oekraïense vrouw van wie het dorp net ‘bevrijd’ is van de Russische bezetter, nadat het volledig verwoest is. Kun je zijn inwoners nu ‘vrij’ noemen? Het is niet langer bezet, okay, maar vrij zijn zij toch pas als de kinderen weer naar school kunnen, hun eigen taal mogen spreken, een eigen toekomst mogen kiezen binnen veilige landsgrenzen?
Het is niet toevallig dat Snyder veel over kinderen spreekt. De verdedigers van negatieve vrijheid zijn altijd volwassen macho’s, ook als ze niet op oorlogspad zijn. Ze zijn vergeten dat ze zelf ooit kind geweest zijn en alleen groot en sterk konden worden dankzij de steun van ouders en hun omgeving. Ze ontkennen het liefst dat ze geboren zijn, gewiegd, gevoed en gekoesterd, hebben leren lopen en naar school zijn gebracht. Wat een woketaal! zeggen ze.
Maar om werkelijk vrij te kunnen zijn, is het nodig dat anderen zich om je kwetsbare en afhankelijke lichaam bekommeren. Timothy Snyder spreekt uit ervaring. tijdens een conferentie in München voelde hij zich plotseling niet goed, maar zei tegen zichzelf dat het wel meeviel. Anderen zagen beter dan hijzelf hoe hij eraan toe was: het bleek een acute bloedvergiftiging, die hem bijna fataal werd. “Ik had een barmhartige Samaritaan nodig” zegt hij later. Een verpleegkundige die hem op het randje van de dood niet als een ziek lijf beschouwde, maar als een mens met toekomst, werd dat voor hem.
Bildungsroman
Om vrij te kunnen zijn heb je de steun van anderen nodig, ook als volwassene. Dat is een harde antropologische waarheid. Op basis van dat algemeen menselijk feit ontvouwt Snyder in Over vrijheid dan zijn positieve vrijheidsideaal. Hij doet dat meesterlijk, aan de hand van vijf concepten die hij ophangt aan de fasen die elk kind doorloopt van baby tot volwassene. Als het tenminste in vrijheid kan opgroeien. Het resultaat is een politieke filosofie die leest als een Bildungsroman.
Wat heb je nodig om een echt vrij mens te worden? Soevereiniteit is het eerste waar je als jongvolwassene op uit bent: je wordt er bewust van wie je bent en gaandeweg kies je je eigen weg. Je wordt een autonoom mens. En dan begint het pas. Jonge mensen waaieren in hun Sturm und Drang uiteen, denk maar aan je eigen schoolklas. De een wordt zorgverlener, de ander artiest of loodgieter. Levens moeten in een vrije samenleving onvoorspelbaar zijn, dat is de tweede vrijheidsvoorwaarde. Maar daarvoor moeten mensen zich vrijelijk kunnen bewegen, zowel in de ruimte als sociaal. Mobiliteit, is een derde kenmerk van vrije mensen. Wie geen kant meer op kan, is niet vrij. Het vierde vrijheidsconcept is feitelijkheid. Je bent pas volwassen als je realiteitszin hebt; we proberen het onze pubers bij te brengen. Feiten kunnen je soms lelijk in de weg staan bij het realiseren van je idealen. Maar je moet ze wel als feit erkennen, voordat je ze eventueel om kunt buigen in jouw voordeel. De ‘fact free politics’ van Trump is die van een pruilende puber, die zijn zin niet krijgt. Hij zal er hoe dan ook op stuk lopen, uiteindelijk door een klimaatramp, maar hopelijk eerder. De vijfde en laatste kernwaarde van positieve vrijheid voor Snyder is solidariteit. Vrijheid is in zijn optiek altijd een vrijheid die je deelt met anderen. In de ruimte, maar ook in de tijd, met de generaties na jou. Die solidariteit hebben we politiek georganiseerd in de vorm van instituties en een regering. We mogen blij zijn dat we daar belasting voor betalen.
De toekomst opeisen
Dat laatste is natuurlijk een schop tegen het zere been van rechts. Maar ook al doorspekt hij zijn betoog met snoeiharde kritiek op onder meer massale opsluiting van zwarte burgers in gevangenissen, de slechte gezondheidszorg in de VS, de wens van Musk om Mars te koloniseren, het verhaal van Snyder doet zo’n beroep op onze common sense dat een weldenkend mens er eigenlijk geen speld tussen kan krijgen. Ben je in de 21e eeuw geboren dan verlang je ernaar om een eigen leven te leiden volgens de waarden waar je zelf voor kiest. Wat je dan nodig hebt is een open toekomst, die niet dicht getimmerd is door machthebbers die hun burgers alleen een mythisch verleden beloven dat nooit heeft bestaan (MAGA of tsaristisch, het is om het even). Laten we ons verzetten tegen de tirannie, zegt Timothy Snyder innerlijk gedreven, we zijn niet kansloos. ‘We kennen de weg terug naar de vrijheid: we moeten de toekomst weer opeisen.’
N.a.v. Timothy Snyder, Over vrijheid, UItgeverij Balans 2024