(Column Gēron, september 2023)
Voor wie liever luistert (de stem is van “Lars”, hij is niet zo goed in Duits….):
Ik doe niet meer mee aan de babyboom bashing waarbij de naoorlogse generatie wordt weggezet als een stelletje potverteerders, die hun nageslacht een failliete boedel als erfenis achterlaten. Toch is er in de laatste eeuw iets grondigs veranderd in de manier waarop we ons tot het voor- en nageslacht verhouden. We kunnen ons als westerlingen moeilijk meer voorstellen wat het is om een generatie te zijn, een schakel in de keten.
Dat moet je de boomers niet als moreel verwijt voor de voeten gooien, zegt de Franse filosoof Hervé Juvin in zijn Hoe de wereld verandert doordat we steeds ouder worden (2008). Het is een regelrecht gevolg van de demografische transitie. Juvin wijst op de gemiddelde levensduur die in anderhalve eeuw tijd is verdubbeld. Voor het eerst in de geschiedenis verwachten mensen zo lang te leven, dat de ambitie van een quasi-eeuwig leven zich heimelijk in ons kan nestelen. Het leven van de meeste mensen werd ooit beheerst door schaarste en een groot risico op een kort leven. Je leefde, maar was zomaar weer dood. Dan is overdracht van geld en goed belangrijker dan individuele zelfontplooiing. Een erfenis ontvangen wordt een dure plicht, verschuldigd aan je kinderen. In de traditionele samenleving die tot in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw domineerde, draait het dan ook om de patrimoine, het ontvangen en doorgeven van het toevertrouwde erfgoed aan de volgende generatie.
Lees verder »